Interview met Eric van 't Zelfde
Eric van t Zelfde werd bekend als directeur van een school in Rotterdam Zuid en natuurlijk via het televisieprogramma Dreamschool. Zijn enige toets is de vraag of iets in het belang van het kind is. ‘Als je denkt dat een kind iets kan en je wil daarvoor gaan, dan moet je dat doen. Ook als je je niet aan de wet houdt’.
‘Ha’, roept Eric als we het kort over het Kennisfestival hebben, ’Deventer, mooie stad! Excuus, 1 seconde. Dat is het gevolg van thuiswerken, dat je steeds pakketjes aan moet nemen,’ lacht hij als hij weer zit en ik hem vertel, dat ik hem al een tijd volg. En dat ik gister nog even de Tegenlicht uitzending over de Superschool heb teruggekeken. Uit 2013 alweer. Kreeg er toch weer kippenvel van, vertel ik en ik ben benieuwd hoe Eric er 10 jaar later op terugkijkt.
Opkomen voor de zwakkeren zit er bij mij gewoon in
‘Ja kijk, dat is op meerdere niveaus. Ten eerste zie je hoe jong je toen nog was. Er was natuurlijk sprake van een enorme problematiek. Ik was toen ik er begon nog nooit ergens directeur geweest. Dus ik zie het nog steeds als één groot avontuur. En ik zou het zo weer doen. Ik kwam zelf uit Schiedam Oost, waar we opgroeiden in armoede, maar wel met een vader die werkte en een moeder die thuis was als we uit school kwamen. Een heel ander soort armoede dan wat ik daar op school tegenkwam. Ik wilde dat ervaren toen ik daar ging werken en heb gewoon aan de wijkagent gevraagd wat de slechtste buurt was. Daar ben ik vervolgens gaan wonen en ja, alles werkte voor mij in die tijd.’
En die tv-uitzending?
‘We zijn een jaar gevolgd door Tegenlicht. Die hebben toen alles terug geknipt naar een ‘uitzending van 50 minuten. Ik ben er nog steeds trots op, maar heb van sommige dingen ook wel verdriet. Bijvoorbeeld dat die basisschool die we aan de school wilden toevoegen er nooit gekomen is. Maar ook dat die problematiek van toen er nog steeds is. Sterker nog, die meritocratie verdwijnt steeds meer naar achtergrond. Met onze aanpak maakten we wel echt een statement. We hebben minimaal 100 scholen op bezoek gehad voor een training. We wilden dat het een olievlek zou worden en dat is gelukt.’
Maar is het ook niet frustrerend als je ziet dat die problematiek maar niet verdwijnt?
‘Ja natuurlijk. Het onderwijs zou eigenlijk eens 10 jaar bevrijd moeten worden van de politiek. Dat gewoon iemand los daarvan de kar gaat trekken. Want je ziet nu ook na de verkiezingen dat er een rechts kabinet komt met eigen plannen en dan daarna gaat het weer een keer naar links en moet het weer de andere kant op. Dan is het plan om artikel 23 te schrappen en dan vervolgens weer niet. Zo is er altijd onwijs veel onrust in het onderwijsveld. En als het kabinet al komt met goede plannen is het altijd de vraag wie het dan uit gaat voeren.’
Hoe was dat eerder dan?
‘Tot 1999 konden scholen eigenlijk doen wat ze wilden. Toen kreeg je onderwijsvernieuwing en kreeg je te maken met lumpsum, leraren moesten coach worden, sectorraden, grote schoolbesturen enzovoorts. Toen kwamen ze aan de autonomie van een docent. En dat is lastig, want dat zijn hele autonome types, die verschillend aangestuurd moeten worden. En als je dan 140 personeelsleden hebt, die allemaal uniek zijn, heb je daar gewoon de tijd niet voor. Dat schrijf ik ook in Code Rood, m’n nieuwe boek. Mensen zijn handelingsverlegen, aangeleerde hulpeloosheid noem ik dat. Voor iedere scheet lopen ze naar jou, terwijl ik als directeur dan zeg ‘nee dat hoort bij jouw vak als docent’. Maar ik snap het ook wel. Je hebt natuurlijk inhoudelijk een taak, maar je hebt ook te maken met de problematiek in de klas. Het vraagt echt iets van je als mens als je docent wil worden.’
Hoe pakte jij dat aan?
‘Ja Ik had toen stevige kritiek en kwam daarmee in allerlei radio- en televisieprogramma’s. Ik kon met dat ook permitteren door de goede resultaten die we boekten. En ik werd toen gesteund door Diederik Samson. Toen hij wegging was ik ook aan de beurt. En moest ik vertrekken.‘
Wat ben je toen gaan doen?
‘Voor ik Rotterdam begon, werkte ik in Gorkum op het lyceum en daar was alles zo goed georganiseerd. Ik werd na de Hugo de Groot weer gevraagd om voor 4 jaar rector te worden, maar na 3 jaar was het klaar. Ik heb daar een hele fijne tijd in m’n leven gehad en werd daarna gebeld door een bestuurder in Laren om een VMBO-school, die niet liep onder handen te nemen. Ik heb daar een gewone LTS van gemaakt. Dat waren allebei banen in loondienst en pas daarna ben ik voor het eerst als interimmer aan de slag gegaan. In Friesland, maar daar ben ik na 5 maanden huilend vertrokken. Dat verhaal… ik twijfel er over of ik dat nog een keer helemaal naar buiten ga brengen. Maar er is veel schade aangericht.’
Ik vraag me af waar Eric die leiderschapskwaliteiten vandaan heeft. Beetje verlegen vraag ik ernaar, ‘sjonge hoe kun jij dat allemaal?
‘Kijk, Schiedam Oost was een aparte buurt vroeger, je ging niet op zij, ook al wist je dat je een draai om je oren zou krijgen. Dus daar is die basis gelegd. Toen zijn we vanwege mijn vaders werk verhuisd naar Schotland. En kwamen we op een hele chique kostschool terecht, waar we hebben leren denken. Toen kwamen we terug naar Rotterdam en m’n vader was heel erg van opkomen voor de kleintjes. Hij is geboren in 1936 en ging eten stelen in de oorlog. Mijn opa en oma deden aan klein verzet. Dat opkomen voor de zwakkeren zit er dus gewoon in bij mij. Toen ik les ging geven in Schilderswijk, liep je naar buiten als er gevochten werd om mee te doen. Om daarna vervolgens gewoon door te gaan met je les.’
En pakte dat gelijk goed uit?
‘Ik ben heel erg van ouders zijn thuis de baas, wij op school. Dus ja als je dan een leerling wilt aanpakken die gevochten heeft, ga jij die bus in waarmee hij probeert te vluchten. En dat heeft resultaat. Natuurlijk omdat je die leerling van school kunt verwijderen. Maar ook omdat de buschauffeur eerste rij vooraan bij school woonde in een straat waar iedereen een hekel aan ons had. Dat zie je dan ook ten positieve veranderen. Het was heel snel bekend dat er een andere wind ging waaien. Ook toen we een Pools meisje vlak voordat ze verkocht werd, konden redden uit de handen van mensen die een leven in prostitutie voor haar op het oog hadden. Toen dacht de Poolse gemeenschap ook ‘hé die man heeft iets voor ons betekend, en kregen we het jaar daarop aanmeldingen van 40 Poolse kinderen.’
Maar ben je er ook voor opgeleid?
‘Managers op de scholen waar ik kwam gingen op managementcursus. Ik niet. Ik heb me laten leiden door Marx en Theodor Adorno. Die schreef over de parallelle samenleving. Dat wilde ik voorkomen. Dat kan maar op één manier, door heel goed onderwijs te bieden. Freud schreef al ‘Liefde en werk… werk en liefde, dat is alles wat er is’. Maar deze kinderen hebben geen liefde, althans niet zelf uitgekozen. En hun wacht geen arbeid. Mijn drijfveer is om daar wat aan te doen.‘
Waarom ben je er uitgestapt?
‘Dat heeft te maken met de klus in Friesland. Daar heb ik wel een flinke beschadiging opgelopen. Mijn vrouw zei op een gegeven moment, toen ik je Googlede voor de Frieslandperiode las ik dat je een toffe peer was. Nu alleen nog maar dat je een hele nare man bent. Moet je dat wel weer gaan doen? Toen heb ik 4 maanden niet gewerkt en dacht ik moet ik weer met zo’n vreselijke MR aan de slag of misschien wel iedere les starten met het Wilhelmus. Dat was zo’n idee van het CDA. Ik was er zo klaar mee. Dat je weer aan het werk gaat en geen mensen kunt vinden, iedere dag een nieuwe rooster maken door ziektes en dan zelf weer 80 uur aan de slag. Dus ik ben gewoon op zoek gegaan naar een baan. Ik heb heel lang gekeken naar iets bij het callcentrum van de politie, maar toen zag ik die vacature van de Pauluskerk. Dat is echt een icoon in Rotterdam. Ik heb een dagje meegelopen. Echt op het niveau van stoelen schuiven, junken-koffie maken, met heel veel suiker en melk, om wat energie binnen te krijgen. Er zijn zoveel daklozen door de wetten die in verwarmde kantoren worden gemaakt.’
En je kreeg de baan?
‘Ja, ik ben er aan de slag gegaan. Voor drie dagen. Kan op de fiets. Ik heb 4 jaar van mijn leven weggegooid door in files te staan. Ik vind het heerlijk nu. Ik maak soep voor de kinderen en bak taarten. Ze konden op een gegeven moment geen taart meer zien. Haha. Ik slaap als een roos, nu ik geen 80 uur meer werk. Ik heb dat misschien ook niet goed gedaan. Ik zie nu in dat je daarmee je gezin tekortdoet en dat het niet gezond is. Stel dat je 75 wordt, dan heb ik nog 10 vakanties te gaan zonder wandelstok. En trouwens, ik denk ook dat anderen nu aan zet zijn. Elke tijd heeft z’n eigen helden. Ondertussen maak ik nu het onderwijs mee als ouder. Dan pas zie je pas hoe slecht het gaat. Ik kom nog wel een keer terug, denk ik. Ik weet nog niet als wat, maar voor nu leef ik volgens de regel: 1 dag, 1 taak.’
Mijn enige toets is de vraag of iets in het belang van het kind is